Studielift Doorstroomprogramma's po-vo

Bijlage 2 – Samenvatting Doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen Bron: https://www.dus-i.nl/subsidies/doorstroomprogrammas-po-vo Leerlingen van laagopgeleide ouders krijgen bij dezelfde eindtoets-score gemiddeld een lager schooladvies dan klasgenoten van hoogopgeleide ouders. Ook blijken leerlingen van laagopgeleide ouders in het voortgezet onderwijs gemiddeld minder goed te presteren. Met de subsidie Doorstroomprogramma’s po-vo kunnen scholen de overgang van de basisschool naar de middelbare school voor deze leerlingen verbeteren. De subsidie is bedoeld voor leerlingen die op een hoger niveau kunnen presteren, maar minder ondersteuning of hulpbronnen hebben dan hun klasgenoten. Door deelname aan een doorstroomprogramma vergroten zij hun kennis en vaardigheden, zodat ze op het juiste niveau kunnen doorstromen. Voor wie U kunt deze subsidie aanvragen als bevoegd gezag van een van de scholen die deelneemt aan een samenwerkingsverband. Dit moet een school zijn uit het primair of voortgezet onderwijs. Budget en hoogte subsidie In totaal is er € 14,3 mln beschikbaar voor deze subsidie. Per deelnemende leerling ontvangt u € 1000,- en er geldt een maximum van € 124.000 per aanvraag. Belangrijke voorwaarden 1. Er geldt een maximaal aantal doorstroomprogramma’s per school: • Scholen in het vo mogen aan twee doorstroomprogramma’s deelnemen. • Scholen uit het po mogen meedoen aan maximaal één doorstroomprogramma. • Deze aantallen gelden ook voor nevenvestigingen van scholen. 2. Tijdens een doorstroomprogramma is er in ieder geval aandacht voor twee van de drie inhoudelijke leerlijnen: 1. Het versterken van cognitieve vaardigheden, zoals taal- en leesvaardigheden en rekenen. 2. Het versterken van metacognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld gericht op het versterken van zelfstandig leren, effectieve werkhouding en plannen ten behoeve van de overgang naar het vo. 3. Het inzetten op omgevingsfactoren buiten de klas en de thuissituatie, bijvoorbeeld het: • vergroten van ouderbetrokkenheid; • vergroten of benutten van netwerken of hulpbronnen uit de omgeving; • versterken van sociale vaardigheden; • het begeleiden bij de schoolkeuze; • brede loopbaanoriëntatie. 3. Een programma bestaat uit minstens 100 klokuren per leerling. 4. Activiteiten zijn subsidiabel vanaf het moment dat u een subsidieaanvraag heeft ingediend. We verstrekken geen subsidie voor doorstroomprogramma’s die al zijn afgerond. 14

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc3MDc=